Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], En de HEERE zeide tot den satan: [22]Hebt gij [ook] acht geslagen op Mijn knecht Job? [23]Want niemand is op de aarde gelijk hij, een man oprecht en vroom, godvrezende en wijkende van het kwaad. 22. Hebreeuws, hebt gij uw hart gelegd, of gesteld; dat is, hebt gij achtgegeven, of opmerking genomen? Dezelfde manier van spreken is te vinden 2 Sam.18:3, en onder, hfdst.2 vs.3, en hfdst.7 vs.17, en hfdst.23 vs.6. 23. Of, dat niemand zijns gelijke is op de aarde, enz.